Handelingen 27
Handelingen 27
Er was al geruime tijd verstreken en ook de vastentijd was al voorbij, zodat het gevaarlijk werd om uit te varen. Daarom waarschuwde Paulus de bemanning als volgt: ‘Ik voorzie grote moeilijkheden als we nu uitvaren: niet alleen lopen de lading en het schip gevaar, maar ook onze levens.’ Maar de centurio stelde meer vertrouwen in de stuurman en de kapitein dan in de woorden van Paulus. Omdat de haven ingeschikt was voor overwintering, nam de meerderheid het besluit uit te varen in de hoop Feniks te bereiken, een haven op Kreta die bescherming biedt tegen de zuid- en noordwestenwind, en daar te overwinteren.
De reis
Toen er vanuit het zuiden een lichte bries opstak, dachten ze hun plan te kunnen uitvoeren. Ze lichtten het anker en voeren zo dicht mogelijk onder de kust van Kreta. Maar al spoedig stak er een hevige aflandige wind op, die Eurakylon wordt genoemd. Omdat het schip werd meegesleurd en we geen kans zagen bij te draaien, gaven we onze pogingen op en lieten ons meedrijven. Toen we onder de lij van het eilandje Kauda kwamen, lukte het ons met de nodige moeite om de sloep langszij te krijgen.
De bemanning hees de sloep omhoog en verstevigde bij wijze van veiligheidsmaatregel de romp van het schip met touwen. Uit angst om in de Syrte aan de grond te lopen, wierpen ze het drijfanker uit en lieten het schip drijven. Het geweld van de storm was zo groot dat ze de volgende dag een deel van de lading overboord gooiden, en de dag daarna wierpen ze zelfs de scheepsuitrusting in zee. Dagenlang waren de zon noch de sterren te zien en bleef de storm in alle hevigheid worden, zodat we ten slotte elke hoop op redding verloren.
Paulus aan het woord
Al geruime tijd had niemand aan boord nog iets gegeven, Toen sprak Paulus de opvarenden als volgt toe: ‘Had maar naar mij geluisterd, dan waren we op Kreta gebleven. Dan waren ons deze moeilijkheden bespaard gebleven en was er niets verloren gegaan. Maar toch roep ik jullie op om moed te houden, want niemand van jullie zal omkomen, alleen het schip zal verloren gaan. De afgelopen nacht werd ik namelijk bezocht door een engel van de God aan wie ik toebehoor en die ik dien. Hij zei: “Wees niet bang, Paulus, je moet voor de keizer verschijnen, en daarom heeft God je in zijn goedheid het leven van alle opvarenden geschonken.” Houd dus moed, mannen, want ik vertrouw op God dat het zo zal gaan als me gezegd is. We zullen stranden op een of ander eiland.’
Vertrouwen
Houd dus moed mannen.
Dit zegt Paulus wanneer hij als gevangene op een schip zit. Hij had de bemanning gewaarschuwd dat ze gevaar zouden lopen als ze verder zouden varen. Maar ze hadden niet geluisterd en nu zitten ze in een storm. De lading hebben ze over boord gegooid in de hoop dat dat zou helpen. Paulus kiest ervoor niet boos te zijn op de mensen die hem gevangen houden en niet naar hem hebben geluisterd. Paulus kiest ervoor om te vertellen wat God hem heeft gezegd. Houd moed mannen, want we zullen in leven blijven. Wat een getuigenis van Paulus, tegenover allemaal mensen die niet in God geloven. En wat dapper!
Wat we hier ook lezen is dat wanneer jij ervoor om niet te luisteren naar God of naar iemand die Gods woord spreekt. Gods plan alsnog ten uitvoer komt. Hij zal doen wat Hij beloofd. Ook al maak je een fout, God zal je niet afwijzen, Hij zal zijn plan met jou ten uitvoer brengen.
Durf jij ook van God te getuigen? En net zo als Paulus op God te vertrouwen?